EN IN HET BENOORDENHOUT 221 N-Z 21 mM. Op de gegeven schaal is 21 mM de afstand tusschen Kazernestraat en Mauritskade. De watering moet dus ten naastenbij gelegen hebben, waar nu de Mauritskade zich uitstrekt en volgens de geologische kaart valt deze kade ongeveer met de lengteas van het veendal samen. De berekening is aan zulke eenvoudige en vaste gegevens gebonden, dat de uitkomst aan geen merkbare verschuiving onderhevig kan zijn, indien men sommige grootheden naar persoonlijk inzicht iets ruimer of nauwer neemt, alles natuurlijk binnen redelijk toelaat bare grenzen. Steeds zal men dan de watering ten naas tenbij in het midden van het Noordveen geplaatst vinden. Met de bereikte uitkomst voor oogen nemen we nu wijk a onder handen. De omschrijving in het hofboek van 1466 geeft aan, binnen welke grenzen men zich de strook te denken heeft. De Denneweg en het einde van het Bosch zijn vaste punten, nu en oudtijds. Als zuidgrens komt de noordelijke boschrand in aanmerking. Maar wat is hier onder de watering te verstaan? Nu liep er midden door een groot deel van wat voor kort nog de Benoor- denhoutsche polder heette (die echter feitelijk geen pol der, maar boezemland was) van oost naar west een sloot, die de volgende drie kenmerken bezat. x) Haar richting valt samen met die van de Mauritskade, als men de laatste oostwaarts verlengd denkt; ten tweede draagt zij op oude kaarten den naam van Oude Wetering en ten derde heeft zij voormaals met een gedeelte van haar loop de grens tusschen de ambachten en later ook tusschen de gemeenten Wassenaar en Den Haag helpen vormen, weshalve zij ook onder de benaming van Scheisloot voor komt. Het lag vooral om de laatste reden voor de hand om x) Ten deele bestaat die sloot ook nu (1939) nog, nl. van Ooster- beek tot de Hart Nibbrigkade.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 238