EN IN HET BENOORDENHOUT
223
in het oude register staat wegens zijn aard als geestland.
Anno 1466 x) leest men: „die prochipaep after syn hoff
6 mg hoge lants”. Nu lijkt het mij onmogelijk om nog zes
morgen hooge geest te plaatsen, waar men het terrein
van den pastoor te zoeken heeft. Ik vat een en ander dan
ook zoo op, dat de pastoor voor broekland de huur van
geestland betaalde, misschien een gunst uit overoude
tijden, en dat de rentmeester van meening was, dat hij
eigenlijk „te luttel gaf" (zooals het in een ander geval
heette) en zulks vergoelijkte door de verklaring, dat het
dan vroeger wel geest moest zijn geweest 2).
1) A° 1466, bl. 210, f. 31.
2) Dat deze opvatting aangaande de ligging van de bedoelde 6
morgen in het broek- of veenland juist is, blijkt uit allerhande
andere gegevens, waarvan ik er hier een zal noemen. In de rekening
van het „Kantoor der geestelijke goederen te Delft” over de jaren
1610/1613 leest men, dat de pastorie in Den Haag een losrente van
120 pond (van 40 gr.vl. het stuk) toekomt, verzekerd op de 6 morgen
lands gekomen van de voornoemde pastorie en strekkende van de
pastoriewarande noord op tot de schouwwatering toe. De warande
zelf lag op de geest en tusschen den zandgrond van de geest en de
schouw- of banwatering strekte zich de pastoorsweide uit, zooals
men deze 6 morgen ook wel genoemd vindt.
De opvatting van Pabon, dat de Pastoorswarande in het Kleine
Veentje gelegen was (Die Haghe, 1924, bl. 237), is zoo stellig moge
lijk onjuist. Wie zich in een oogwenk van het tegendeel wil laten
overtuigen, behoeft slechts een blik te werpen op de kaart van Bos
en Van Harn van 1616 om onmiddellijk gewaar te worden, dat het
terrein van de voormalige Pastoorswarande nog de allerduidelijkste
sporen draagt van een duinlandschap te zijn geweest.
De door Pabon in zijn inleiding tot de Hofboeken (bl. XVI) ge
schapen wijk het Noordveen, waartoe hij dan, behalve het eigen
lijke Noordveen, ook de Geest met alle omliggende straten en ook
de oude Pastoorswarande rekent, is door en onder dien naam slechts
in staat de meest mogelijke verwarring te stichten en vindt noch
historisch, noch topografisch, noch in eenig ander opzicht recht
vaardiging voor zijn schepping en instandhouding.