EN IN HET BENOORDENHOUT
227
zijn:
Hyp.reg. Den Haag, 13/9/1544, no. 463, f. 256.
2) De steeg draagt ook den naam van Gasthuispoort in de
Molenstraat ter onderscheiding van de Gasthuispoort bij het Sacra-
mentsgasthuis tusschen Oude Molstraat en Noordeinde.
3) Transp.reg. Den Haag, 5/11/1609, no. 1066, f. 284 v.
hypotheekacte x) komt zij voor als Gasthuislaan en ligt
tusschen het erf van het woonhuis en den daar achter
liggenden boomgaard van wijlen Willem Goudt in het
Noordeinde. 2)
Wat nu de boven gegeven belendingen in acte no. 1058
aangaat, strekte de veenwatering zich uit ongeveer ter
plaatse van den Hoogen Wal. De oostgrens levert geen
moeilijkheden op; het bleekveld nam waarschijnlijk den
hoek van Hooge Wal en Noordeinde in. Uit de zuid
grens blijkt, dat tusschen de huizen met hun erven en
tuinen aan de noordzij van de Molenstraat en het be
doelde Gasthuisweiland de tuin (of een gedeelte ervan)
van het Oude Hof gelegen was. En nu de Willem-Gouts-
laan!
In acte no. 1066 3draagt mr Pieter van Persijn nu
ook deze Willem Goudtslaan aan Louise de Coligny op:
een stuk lands genaamd Willem Goudtslaan, groot om
trent één morgen, gelegen aan de noordzij van de Molen
straat in den polder van het Kleine Veentje. Indien men
de lengte van de laan in het polderland op 90 roe, d.i.
de lengte van den lateren Princessetuin stelt, moet de
breedte omtrent 6*4 roe of ca 24 M. bedragen. Het is
meer een weg over een kamp weilands dan een enkele
laan en bijv, te vergelijken met den weg van St. Anna-
lands Clingendaal tusschen den Benoordenhoutschen
Weg en de buitenplaats Clingendaal met vermoedelijk
dit verschil, dat de laan in het Kleine Veentje niet midden
over het land, maar aan den westrand ervan liep.
De belendingen