GRENSWATERINGEN IN HET NOORDVEEN
232
in de
voor erfhuurperceelen in afd. A wordt er
Veenpacht en hoender geld van den heer van
Wassenaar ten noorden van den Haag.
Men denke zich in Haagambacht een gebied afgeperkt,
dat aan drie zijden zijn gewone grenzen behoudt, nl. in
het oosten den oostrand van het Bosch, den Bezuidenhout-
schen Weg en de Zijdwinde, in het zuiden de Schenk en
de Hoefkade, in het westen den Moerweg en de Beek-
laan, maar dat in het noorden niet begrensd wordt door
de Noordzee, wel echter door de banwatering in het
Noordveen en de Oude Wetering in het Benoordenhout.
Gemakshalve noem ik het zoo afgepaalde gebied afdee-
ling A.
Behalve
enkel geval is mij bekend, dat de naam ten westen van
het Noordeinde gebruikt werd.
In tegenstelling tot de Oude Wetering heet de bosch-
sloot aan den noordrand van het Haagsche Bosch soms
Nieuwe Wetering.
Ten westen van het Noordeinde komt de hoofdsloot
van het Noordveen soms onder' den naam van Veenwate
ring voor, maar meestal onder een algemeener aandui
ding, zooals banwatering, ambachts- of gemeene am-
bachtswatering, schouwwatering en vaak kortweg als
„de watering”.
Ook de Oude Wetering vindt men niet steeds met haar
meest kenmerkenden naam aangeduid.
Aangenomen dat het Claas Robbrechtszoons land even
eens tusschen de genoemde grenzen ligt, dan is dit het
eenige gebied, dat benoorden „de watering” ligt en waar
tevens huur van opgeteekend wordt in de hofboeken.