OVER HET EERSTE HAAGSCH GYMNASIUM 16 Uit het Verslag van Curatoren v. 1864/65: „Uit onze hoogste klasse zijn twee uitstekende leerlingen tot het hooger onderwijs be vorderd. Zij hebben zich gedurende hun verblijf aan ons gymnasium onderscheiden door een allerloffelijkst gedrag, door onvermoeide vlijt en gestadige oefening van ongewone gave. Wij beloven ons veel van de namen der beide kwekelingen van Aalst en Byvanck, indien zij op de ingeslagen weg voortgaan met hunne talenten te woekeren.” wordt „aangepast”; en het krachtige voedsel der oudheid zoo tot een zoete pap wordt aangelengd. Voor zoo iets was van Aalst niet te vinden: hij was streng, veeleischend en rechtvaardig en hij bezat een sterk realiteitsgevoel, waardoor hij tot een werkelijken opvoeder werd, zonder eenige theorie; hij stelde zich nooit tevreden met het ongeveere, en was toch allerminst een fanaticus. Bovendien wist hij door eigen concentratie en kennis zoo te boeien, dat zijn lessen met volle aan dacht gevolgd werden. Het Gymnasium kreeg ook door zijn persoonlijkheid een groote aantrekkingskracht: een strenge, ofschoon niet militair-strenge, school, waarop men zich moest inspannen een van de beste dingen, die men kan beleven 1) Onder de leeraren kwamen verscheiden mannen voor, die zich op wetenschappelijk of literair gebied onderschei den hebben: Rutgers en van Aalst beiden, wezen een hoog- leeraarsbenoeming van de hand; ik noem verder Dr. Jan ten Brink, Dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen, Dr. van der Waals, dr. C. Bellaar Spruyt (de philosoof), van Herwerden, van Bemmelen, Barnouw, Bolkestein, Pal- lache, Zandvoort, dr. Kossmann; velen waren privaat docenten of lectoren aan een der Universiteiten, anderen werden elders rector, b.v. in Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Groningen, Gouda. Weer anderen werden zeer bekend als docent, als dr. C. Brakman, dr. Aeg. W. Timmerman, wiens Homerus-vertaling en Herinneringen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 25