EN IN HET BENOORDENHOUT 251 No. 7. Deze acte slaat op verscheidene perceelen land, waarvan de ligging onvolledig wordt opgegeven zonder vermelding van belendingen. Toch is er geen twijfel aan, dat men hier o.a. te doen heeft met het latere landgoed Duinweide. Verder wordt nog genoemd een kenniptuin bij den noordmolen. De kroften wijzen op duinterrein, enz. Op welke perceelen de veenpacht van den heer van Wassenaar betrekking heeft, blijkt niet, maar aangezien er in ieder geval land ten noorden van district A in betrokken is, kan de veenpacht van het huis Wassenaar hier niet verwonderen. No. 5. De belendingen wijzen op land benoorden de banwatering, ten deele zelfs aan de duinen grenzende. De namen der belendende eigenaars komen overeen met die van landbezitters in de westelijke helft van de strook tusschen Zeestraat en Beeklaan. No. 6. De belendingen, Z. de Oude Wetering, W. de Denneweg wijzen op land ten oosten van de huidige Frederikstraat; noordwaarts strekt het zich uit tot de Javastraat of den Mallemolen. No. 8. De namen van de in deze acte voorkomende belendende eigenaars toonen aan, dat men het land te zoeken heeft tusschen Zeestraat en Beeklaan benoorden de watering. Er wordt 17 st. betaald aan Jacob de Jonge. Uit no. 10 anno 1601 blijkt, dat Jacob de Jonge rent meester van het huis Wassenaar was; als zoodanig komt men hem ook in andere stukken uit dien tijd tegen. Boven dien verwijst no. 9 van de lijst onmiddellijk naar no. 8, in welke acte hetzelfde land door den verkooper uit no. 9 gekocht werd. In no. 9 nu is sprake van 17 st. veenpacht toekomende den huize van Wassenaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 266