EN IN HET BENOORDENHOUT
257
17
allerwegen gebruikelijke formule, dat de goederen niet
belast of bezwaard zijn dan met (of behoudens) den heer
zijn recht, de veenpacht afzonderlijk wordt genoemd.
Het document no. 2 laat dit nog eens met nadruk uit
komen door de opgave aangaande de veenpacht als
randschrift aan de acte toe te voegen. Maar aan den
anderen kant laat ditzelfde voorbeeld zien, hoe met de
kans te rekenen valt van het onvermeld blijven van de
veenpacht in gevallen, waar zij in werkelijkheid aan
wezig is.
In no. 3 treft men wederom een voorbeeld aan van
splitsing van een veenpacht door kaveling en deeling
van landerijen. Voor het Haagsche gebied wees ik in
de toelichting op no. 11 van de lijst van veenpachten
op een dergelijke scheiding.
4. Ten slotte nog een acte aangaande het landgoed
Arentsdorp, gelegen op de grens van Wassenaar en
Haagambacht benoorden het Bosch. Van het uitge
breide landbezit van Jonker Arent van Dorp, in zijn
leven hofmeester van Zijne Hoogheid en drossaard
van IJselstein, droegen de erfgenamen op 3/5/1683
voor schepenen van Den Haag en den baljuw-schout
met schepenen van de baronie van Wassenaar-Zuid-
wijk een gedeelte, groot 45 m 1 h 35 r, waarvan 1
morgen in Haagambacht, aan Hugo du Bois op. De
verkoop is geschied volgens contracten onder de
hand in 1682, terwijl voor de belendingen helaas ver
wezen wordt naar de „acte van metinge” van den
landmeter Ghysbert Blotelingh. Tot de lasten, die
de kooper tot zijn last verklaart te nemen, behooren
een hofpenning van 6 st ’s jaars en een veenpacht
van 4 st 9 deniers jaarlijks. x) Deze veenpacht kan
Transp. Den Haag, 3/5/1683, n° 556, f. 63.