EN IN HET BENOORDENHOUT
263
2.
3.
4.
5.
Plaatsruimte ontbreekt hier om een volledig overzicht
te geven van de overwegingen, die tot de punten 13
gevoerd hebben, want dit zou de weergave en de ont
leding van talrijke acten uit de Haagsche schepenregis
ters en uit andere bronnen vereischen. Om den samen
hang tusschen oudere en jongere oorkonden in het licht
te stellen zou ik echter één uitkomst, die ik met dit mate
riaal verkregen heb, willen vermelden. Het is de waar
schijnlijkheid om het stuk land van 3 morgen, waaraan
het hofboek van 1458 de bewuste opmerking vastknoopt
en dat de andere hofboeken niet meer kennen, in acten
uit de 16de en 17de eeuw terug te vinden. Als bekende
grootheden komen alleen de oppervlakte in morgen en
de jaarlijksche belasting van 5 pond hollands 3 pd
15 st. van 40 gr.vl. het pond) in aanmerking, afgezien
natuurlijk van de ligging bij of in het Claas Robbr.zoons
land.
bepaalde deelen ervan waren zuidwaarts door de
banwatering belend, terwijl andere stukken aan den
voet der binnenduinen lagen;
er is geen aanwijzing, dat eenig deel ervan oost
waarts tot den heerweg (Zeestraat) reikte;
het Cl. R.zoons land maakt den indruk een enclave
(of eenige enclaves) te vormen in een gebied, waar
erfhuur in een oorspronkelijken vorm ten bate van
het huis van Wassenaar regel was;
het is, dunkt mij, geoorloofd den oorsprong van dezen
toestand te zoeken in landbezit van een zekeren
Claas Robbrechtszoon, hetwelk om onbekende rede
nen niet onderworpen is geweest aan het grondheer-
lijke recht van het huis van Wassenaar en te eeniger
tijd rechtstreeks in handen van den graaf is over
gegaan.