of GRENSWATERINGEN IN HET NOORDVEEN 266 1) Gem. Arch. Den Haag, inv. n° 396, f. 171, n° 457, 15/9/1578. De overdracht bevestigt den verkoop van land op 28/3/1554; de koop brief was in den turbulenten tijd verrot en vergaan. 2) Gem. Arch. Den Haag, inv. n° 489, f. 16, n" 34, 31/12/1538. ik benoorden de watering in het Kleine Veentje Noordveentje vermeld heb gevonden. Een perceel van dezelfde grootte strekte zich naast en ten oosten van de 3 morgen van Willem Dirksz uit. Het is het in bijlage 3b genoemde stuk land in het Noordveen, dat den borg van Willem Dirksz, Gysbrecht Pietersz van den Bosch, toe behoort en voordien eigendom was van Dirk Jansz Pint, van wiens dochter genoemde Gys Pietersz het in 1554 gekocht had. i) Uit een acte van 1538 2) blijkt ook dit stuk land 3 morgen groot te zijn. De aanteekening in de rekening van het Geestelijk Kantoor wijst echter niet op dit perceel, maar op dat van Willem Dirksz als het ge zochte land van 3 morgen. Op het andere stuk weiland stond trouwens een Wassenaarsche veenpacht van 5 pd 3 st. 4 den. holl. (no. 5 van de lijst van veenpachten Een reeks van gegevens, waarin geen noodzakelijke schakel ontbreekt, laat aldus de veenpacht van 5 pd holl. ongedwongen in verband brengen met een weide van 3 morgen in de naaste omgeving van het land, dat erf pacht aan de graaflijkheid betaalt. Het lijkt mij dan ook niet te boud om daarin een zeer sterke aanwijzing te zien, dat de veenweide van Willem Dirksz gelijk te stel len valt aan de 3 morgen, waarover volgens het hofboek van 1458 geschil gerezen was tusschen de grafelijkheid en den heer van Wassenaar. Het geval van Willem Dirksz, van wien we uit de hofboeken weten, dat hij hofpenning aan de graaflijk heid betaalde en aan wien de eigendom van een stuk land met een Wassenaarsche veenpacht op goede gron den toegeschreven mocht worden, is er een goed voor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 281