EN IN HET BENOORDENHOUT
269
1) De geijkte opvatting schijnt te zijn, dat het westambacht van
Den Haag eerst later van Monster afgescheiden en bij het oostam-
bacht gevoegd is.
2) Zie nog de twee posten betreffende een zekeren Willem Rob-
brechtsz (Muller, als voren, bl. 146). Dateerbare inschrijvingen van
dezelfde hand, die deze posten inboekte, komen volgens Muller voor
in de jaren 1346 en 1347.
geven door oude, tendeele oeroude heerlijkheden: Zuid-
wijk, Wassenaar, Voorburg, Rijswijk en Monster, i) Er
leeft ten tijde van graaf Floris een Nicholaas, zoon van
heer Robbrecht van Scheveningen. Men ervaart van het
nauwe verband, dat er tusschen bezittingen en leenen
van den heer van Wassenaar en het Haagsche gebied
bestaat. Lag er aanvankelijk nog een heerlijkheid Sche
veningen tusschen de boven genoemde heerlijkheden
en/of domeinen en is het gebied daarvan te vereenzelvi
gen met het oostambacht van Den Haag? Is het oude
adellijke of heerlijke huis, dat nog altijd op de Plaats of
in de Pastoorswarande rondspookt, een woning van dien
heer van Scheveningen geweest? Is deze heerlijkheid op
de een of andere wijze in het bezit van den graaf geko
men, hetzij door koop, ruil of afstand zonder evenredige
vergoeding? Heeft hij toen het district A meer in het bij
zonder voor zich behouden en het overschietende deel
aan den heer van Wassenaar in leen uitgegeven? Ik zal
mij niet vermeten te trachten een antwoord op deze vra
gen te zoeken; misschien vindt men mij al vermetel ge
noeg, dat ik ze opwerp. Maar mijns bedunkens geven de
geschiedkundige bronnen, en wel het oude register van
graaf Floris2) op directe, de hofboeken op indirecte wijze
aanleiding ze te stellen.