EN IN HET BENOORDENHOUT 271 het hoendergeld van het dorp Scheveningen Verder mag ten aanzien niet onvermeld blijven: 1. dat ik er tot dusver van het hoendergeld om van de veenpacht maar niet te gewagen toekomende aan het huis Wassenaar, geen overblijfselen aange troffen heb; 2. dat men in de Haagsche schepenprotocollen nu en dan melding gemaakt vindt van erfhuur of hofpen- ning van de grafelijkheid voor huizen en erven in het dorp. De oudste opgaven daarvan zouden dus niet verder terug kunnen gaan dan ongeveer het midden van de 16de eeuw, want het oudste register dagteekent van 1538. Een paar voorbeelden uit de 17e eeuw volgen hier: Overdracht van een huis en erf bewesten de kerk op het dorp Scheveningen, belast met 2 st 3 den. ’s jaars erfhuur van de graaflijkheid. 1 Overdracht van een croft of stuk lands beoosten het dorp van Scheveningen, belast met een hofpenning van 2 st ’s jaars van de graaflijkheid. 2) Overdracht van een huis en erf aan de oostzijde van de Keizerstraat te Scheveningen, belast met een hofpen ning van 3 st ’s jaars te betalen aan de graaflijkheid van Holland. 3) Over het eerste punt, het tot dusver ontbreken van sporen van het Wassenaarsche hoendergeld, valt weinig anders te zeggen dan dat men zich bij deze negatieve uitkomst heeft neer te leggen. Of men er beschouwingen aan vast wil knoopen over de vraag, wat er het eerst geweest is, het ei of de kip, d.i. Scheveningen of Den Haag, moge de lezer voor zich zelf beslissen. 1) Transp. Den Haag, 28/5/1620, no. 90, f. 118. 2) 27/5/1628, no. 1526, f. 485v. 3) 4/8/1649, no. 2612, f. 148.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 286