OVER HET EERSTE HAAGSCH GYMNASIUM 21 Dr. Bax echter I I I I I I I 97, 97, 80, 78, 67, 66, 68, II 29 II 34 II 31 II 40 II 38 II 43 II 44 werd, en niet bestemd scheen voor den burgerstand (die immers nu de H.B.S. had) te veel kostte. In de vrij felle discussies over deze zaak werd er herhaaldelijk, ook door curatoren, op gewezen, dat het Gymnasium toen niet meer een school was enkel door kinderen uit de gegoede klassen bezocht. Curatoren wezen er op, dat het Gymna sium onvermijdelijk was voor a.s. medici en theologen en de leeraren zonden een adres dat eveneens de onwen- schelijkheid van verhooging van het minerval betoogde met het feit dat de school „door kinderen uit alle standen” werd bezocht. Toen nu, ondanks dit adres de verhooging van het minerval toch werd doorgezet, trad het college af, en weigerde ook op dat besluit terug te komen „aan gezien zij niet dan na bedaard overleg bedankt hadden wegens een principieel verschil tusschen Gemeenteraad en curatoren oner het begrip eener openbare school van voorbereidend Hooger Onderwijs, waarvan noodwendig het karakter wordt gewijzigd, naar mate de toegankelijk heid ervan in meerdere mate wordt beperkt”. Óverigens De tabellen, waarvan hier sprake is, zijn er niet. Met het volgende lijstje kan men de bewering van documenteeren: Aantal leerlingen: 1852/53: 126, d.i. in Aid. I (Gymn.) 87, in II (H.B.S.) 39 1853/54: 126, 1854/55: 131, 1855/56: 111, 1856/57: 118, 1857/58: 105, 1858/59: 109, 1859/60: 112, Toen deze afd. II werkelijk (na 1863) H.B.S. werd en het minerval op 60 kwam, steeg het aantal leerlingen tusschen 1865 en '69 van 48 tot 159. Dr. Bax had gelijk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 31