DER PORTUGEESCHE ISRAËLIETEN
45
natie van Honendal meedeelden, bevonden zij, dat dezen hun inzicht
deelden.
Ouderling der natie waren de volgenden:
de heer Jahacob de Pinto
de heer Binjamin da Costa
de heer Ymanuel Israel Suasso.”
Deze vijf heeren vergaderden herhaaldelijk en besloten
een request tot den magistraat te richten; intusschen was
Binjamin da Costa Gabay geworden.
„Den 22sten November van hetzelfde jaar werden op last van de
heeren Moseh de Pinto als parnas en Binjamin da Costa als Gabay,
alle lidmaten en kerkgangers van Honen Dal opgeroepen ter verga
dering in de Synagoge; zij deden hun uitvoerig mededeeling van een
vergunning, die zij ontvangen hadden om een nieuwe synagoge te
bouwen, waarover allen zeer verheugd waren, i) En daar de Heer
Gabriel de Souza Britto van derden kennis hiervan gekregen had en
het den Heer Selomoh Pereira had medegedeeld, zeide hij, dat hij van
genoemden Pereira opdracht had hun zijn synagoge „Beth Jahacob"
aan te bieden, met de kelder en zolder, en alles, waarvan zij meer
gediend zouden zijn en dat zij als eigenaars er konden intrekken en
haar gebruiken. Hierop werd onbeslist geantwoord, sommigen wilden
wel en anderen niet; en trouwens waren allen zoo tevreden en blijde,
dat zij niet langer voorstellen wenschten te hooren om zich te ver-
eenigen, omdat dit zoo vaak voorgesteld was door zeer geestdriftige
personen en niet bereikt had kunnen worden.
Dienovereenkomstig werden de Heeren Parnas en Gabay toen ge
machtigd om naar een plaats en stuk grond uit te zien en om de
ontwerpen te maken. En eenige Heeren gaven zich onmiddellijk als
lidmaat op, te weten:
de heer Abraham Nunes Henriques
Semuel Nunes Henriques
Ishac de 2) Ishac Nunes Henriques
Jehudah de Mordechay Senior
Doctor Jahacob Pereira Mendes
Mordechay Senior Henriques
Ishac Jehudah Senior Henriques
Abraham Senior Henriques
x) Zie bijlagen 5a en 5b.
2) (zoon) van