BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS
50
al het lood
voor
Aan de Ed: Agtb: Heeren Bailjuw, Burgemeesteren
en Regeerders van ’s Hage
2 Juli Bleek de genoemde vergunning waarheid te zijn. De af-
Maandag gevaardigden van de Buurt vertoonden die aan den Heer
Parnas en verzochten hem met zijn lidmaten te willen
zorgen, dat er een toren gebouwd zou worden, die zij als
geschenk hadden gevraagd, en om dit mooie bouwwerk
daarmee te versieren. Deze dankte hun en zeide, dat hij
het zou bespreken.
Werd aanbesteed het leveren en plaatsen van
en soldeersel voor de synagoge en de huizen
10 3 8 per 100 pond.
5 idem Werd in de synagoge een vergadering der lidmaten ge
houden en de Heer Parnas en Gabay toonden het boven
genoemde request met den kantbrief. waarover zij raad
en opinie vroegen. In hoofdzaak is het volgende afschrift
overeenstemmend. 1)
i) In plaats van dit door Fonseca uit het Nederlandsch in het
Spaansch vertaalde request met bijbehoorenden kantbrief opnieuw te
vertalen, voeg ik hier liever de origineele stukken in, door mij op het
Gemeen te-archief gevonden. O.a. 321a.
Geven met alle onderdanigh Respect ende Eerbiedigheijt te kennen,
den Deeken en Hooftluijden van de Buurt van de Nieuwen Uijtleg
alhier in den Hage, soo voor haerselve als voor en uijt den naam
van de gesaementlijke buuren aldaer woonagtig, dat sij supplianten
nu Eenige Jaeren agter den andere 't sedert het doen van de voors:
nieuwe timmeragie of uijtlegh ende den tijdt die sij daar hebben ge-
woont, hebben ondervonden de seer groote incomoditijten en des-
ordres, dewelke daegelijks werden veroorsaekt door het missen van
een kloek of uurwerk daeromtrent, soodanig dat sij supplten aen
de eene zijde op sekere gesette tijden elders geroepen zijnde, door de
verre geelongeertheijt van de Kloeken altoos te vroeg ofte te laat
koomen Ende dat aan de andere zijde ook daerdoor de Respte.
ambagtsluijden, soo van smits, wielemaekers, sadelmaakers, en ver
dere ambagten, nooijt regt kunnen weeten, wanneer sij het werk, om
op de gesette tijden te beginnen, en te Eijndigen, moeten aenvaerden
en wederom daervan uijtscheijden, hetwelcke selfs ook occaesie tot
verscheijde oneenigheden komt te geven, daer nogtans sij Supplian-