3) 4) BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS 58 Offeringen. 8 De drie verplichte Nedaboth zullen gehouden worden op den eersten dag der 3 feesten, zooals ook nu gedaan wordt. Kleeding der schoolkinderen. Opheffen der opengerolde Tora. 2) Feest der Tempelwijding. 7 Alle 6 maanden zal de Heer Gabay zorg dragen den Heeren lid maten en congreganten dezer gemeente te doen toekomen de reke ningen van wat zij schuldig zijn voor de halve finta en de geloften dezer 6 maanden. En met hen, die traag zijn in deze betalingen, zul len de Heeren van den Mahamad de goedheid hebben een jaar ge duld te oefenen vanaf de eerste rekening. Hij, die na verloop daar van zijn schuld nog niet zal hebben betaald, zal geen Misvot krijgen in deze gemeente, totdat hij zijn schuld zal hebben voldaan. 10 Om elke verwarring en wanorde in de Synagoge te vermijden, mag niemand zijn stem luider verheffen dan die van den Hazan om ervoor te zorgen, dat deze zich overal in de gemeente duidelijk kan doen hooren, opdat ook de verst verwijderden weten, waar hij in het ge bed is. Om dezelfde reden mag niemand spreken met zijn buurman, veel minder zich van een plaats naar een andere begeven om dat te doen tijdens het gebed en het voorlezen uit de Sepher Tora. Niemand zal uit de synagoge mogen gaan, zich tevreden stellend met het zien van Levantar 4), daar allen behooren te weten, dat men niet ver plicht is de wet te zien, maar haar geheel te hooren voorlezen. Ver volgens zal ten zelfden einde niemand in de synagoge mogen staan, wanneer de overigen zitten, evenmin andere bewegingen en hande lingen mogen doen, die de gemeente niet doet, om het schandaal te vermijden, dat het gevolg is van verschillend handelen. 9 Op Sabat Hanuca 2) zal een Nedaba gehouden worden voor Vistia- ria dos Talmidim3) en alle geloften, die dien dag gedaan worden (uitgezonderd alleen die door de officianten) zullen voor deze Misva zijn; buiten dezen dag zal niet voor deze Misva geofferd worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 70