Lousado Lausado Losado Lossado Lossada
e
BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS
80
Lussade en
1) sic! i.p.v. gazan.
waren. Op gronden van nauwkeurig onderzoek der archie
ven en van overlevering ben ik er echter zeker van, dat
hier bij de Portugeesche Joden nooit een voorlezer Benneka
is in dienst geweest en een kerk van Hoogduitsche Joden
in het Voorhout heeft nooit bestaan.”
Inderdaad zijn de namen der Portugezen veelvuldig
extreem verhaspeld. Of men hier echter moet denken aan
een moedwillig „loopje nemen” of aan het feit, dat deze
voor Nederlanders vreemdsoortig klinkende namen den
beschrijvers bijzondere moeilijkheden opleverden, staat
nog te bezien. De voorlezer Benekka is onze oude bekende
Abenacar Veiga. Het bewijs levert het Buurtboek:
1714 Den 30e September is de vrouw van de Joodse voor-
leeser of gesant1Benekka, in 't voorhout over-
leeden en door haar natie gedragen, hij vereerde
voor de buurt den 24 Juli 1716 3-18-:
gecombineerd met het Register van den Impost op het
begraven:
27 Sept. 1714: Johanna Abenacar.
Elf jaar later staat het juist andersom in het Buurtboek:
1725 Den 13 Feb. is het lijk van de Joodse voorleser
Abenica door haar natie gedraege en den 23 Maij
aan de buurt vereert 6-:-:
en in het Impostregister:
14 Feb. 1725 Jacobus Beneca.
Voor hen, die niet de eigenaardige uitspraak der Portu
geesche namen door de dragers zelf kennen, zullen de
zeer verschillende transcripties moeilijkheden opleveren bij
lexicografisch gerangschikte klappers. Zoo vindt men b.v.
z a z a z a