DER PORTUGEESCHE ISRAËLIETEN 81 Singnoor e.t.q. men dit nog 100 in het Senor Senior Senhor Sinjoor En wie herkent de verbastering, of moet transcriptie noemen, die voorkomt achter no. Familiegeld kohier: d’Jood Coste det ju. Slechts wie den juisten naam kent, zal dit raadseltje kunnen oplossen met het antwoord: da Costa de Dieu. De moeilijkheid om sommige aliassen te bewijzen is bekend, terwijl ook het willekeurig weglaten van de helft van een dubbelen naam parten kan spelen. Al dit heeft zeker in 1715 een rol gespeeld. Een der belangrijkste zaken voor een Joodsche gemeente is het verkrijgbaar stellen van ritueel geoorloofd vleesch. Herhaaldelijk moest ook de burgerlijke overheid zich met deze zaak bemoeien. Om te beginnen bewijst de resolutie van Burgemeesters dd. 3 Februari 1702 (Bijlage 9) ons, dat de benoeming der ritueele slachters geschiedde door Burgemeesters op voorstel van de regenten der Hoog- duitsche gemeente, goedgekeurd door de bekende Portu- geesche censoren dezer gemeente. Deze slachters moeten dan ervoor zorgen, dat bij alle (niet-joodsche) slagers, die dat wenschen, ritueel veroorloofd vleesch verkrijgbaar is, terwijl de (niet-joodsche) slagers de joodsche kerke lijke belasting moeten innen en afdragen. Een merkwaar dige consequentie van het gesloten houden der gilden voor de Joden! Kenmerkend is overigens, dat geen Portugeesche Jood het niet bijzonder hoog in aanzien zijnde beroep van slach ter uitoefende. Toch heeft juist een der Portugeesche Gemeenten voor meer geordende toestanden op dit gebied gezorgd en in 1709 stappen ondernomen tot het oprichten van een Joodsche Vleeschhal op den Nieuwen Uitleg, zooals een appointement van burgemeesteren dd. 29 Juni 6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 96