BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS 82 1715—'26 als synagoge verhuurde. 1) Dezelfde, die zijn huis van 1709 ons leert (Bijlage 10). Het feit, dat het ms. De Fonseca niets vertelt over deze hal, maakt het aanneme lijk, dat het ook nu de gemeente Beth Jacob was, die rege lend optrad. Het transportregister van 1713 (Bijlage 11) doet ons weten, dat de hal eigendom was van Abraham de Mercado, die haar aan Johan Wapperom en Willem van Renssen verkocht en dat zij stond op het erf No. 15. Bij de uitgifte der gronden van den Nieuwen Uitleg in 1705 Rijksarchief, Rekenkamer No. 19, ,,7e register met den rooden Leeuw”) werden de perceelen met het front naar het Oosten, de tegenwoordige Prinsessegracht der halve, genummerd van 1 11. Het is voor de nauwkeurige plaatsbestemming dus voldoende te beginnen met de opsomming van No. 12 af. Dit was het hoek-erf, N. van ’t Geschuthuijs, breed 40 voet. Hierop volgen No. 13 en 14, elk breed 18 voet en dan komt het door ons gezochte No. 15, gecogt door Leenschot, breet 17 voet, voor IIc. Leenschot koopt ook het erf No. 16; beide gaan later over aan Michiel Senior i), die ze in 1706 by procu ratie door Jacob Lausado doet verkoopen resp. aan Abra ham Mercado en Raphael d’Arredondo (transportregister No. 845 en 846, resp. Fo. 61 vo en 62). Beide erven zijn dan nog onbebouwd en brengen 330.op. De hal,, in 1713 in niet-Joodsche handen geraakt, is natuurlijk aan haar doel onttrokken en vermoedelijk af gebroken. In het transportregister van 1716, No. 917 Fo. 546 vo. Aug. 19, wordt ten minste een „huijs en erff gen. No. 15 aen de O-zijde van den Santsloot ofte de Nieuwe Uijt- legginge N. den wijncooper de Voogt Z. den Heer Salvador”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1939 | | pagina 97