DE ARCHITECT MAURITS PIETERSZ. POST
86
Hage den 23 Augus. 1672.
wee
met de vluch alreede half gemack
i) Kon. Huis Arch.
Blijvende U
gehoorsamen ende getrouwe
diennaer Maurits Post.
Doorluchtichge Hoogh gebooren
vors. Mijn genadeste Heer
langer geen raet en weet om aen eenege pennegen te geracken met
deese bekommerlijcke tijt/ soo is mijn onderdanich versoeck en bidden
dat U: wee: doorluchtichen doch de goetheijt gelief te hebben mijn
met eenege pennegen te onderstuennen/ opdat ick niet mach in dees-
respeck geracken, en mijn een wijnnich weer kan redderen/ hier op
mij dan sal verlaten ende goede grassie van U: wee: vors: gen: ver
wachten en wenssche U: wee: vors: gen: veel luck en heyl in deese
benauwde tijt ende den allemachtichge godt bidden dat hij U: wee:
vors: gen: voor alle onheyllen wil bewaeren/ ende ick mijn altijt op
U: wee: gen: guns sal verlaten.
genadeste Heer
Ick soude gaeren weeten of men
in de thuyn sal voort gaen met op macken en of men see vande
winter soo sal laten staen, Sal hier op in aller gehoorsamheyt U: wee:
genadege order verwachten.
Het adres luidde:
Doorluchtichge Hoogh ge
booren vors genadeste Heer
Johan: Maurits Prinsse
van Nassauw E.E.E.
tot
Muyden.
Uit den aanvang van den brief blijkt, dat Maurits Post
door den vorst officieel als architect werd aangesteld.
Van wanneer deze aanstelling dateerde is onbekend,
doch wel werd, ook zonder de hier gegeven bevestiging,
steeds aangenomen, dat hij zijn vader, in dienst van den
vorst, opvolgde. Toch mag dit niet tot de veronderstel
ling voeren, dat alles wat voor den vorst gebouwd werd
in de periode van Pieters dood tot den dood van zijn zoon