EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS 87 de uit- Maurits, door dezen laatste werd ontworpen en voering er van door hem geleid. Dr. N. Japikse was zoo vriendelijk mijn aandacht te vestigen op een, door Johan Maurits op 8 Augustus 1671 persoonlijk onderteekende, aanstelling als architect van een zekeren Daniel Wolf Dopf. Het stuk luidt: Von Gottes Gnaden, wihr Johann Moritz Fürst zu Nassauw, Graff zu Catzenellenbogen, Vianden undt Dietz, desz, Ritterlichen Johan- nitter Ordens, in der Marck Sachszen, Pommern undt Wendtlandt, Meister, Herr zu Beylstein, etc. Uhrkundten undt bekennen hier mit, undt kraft dieszes, dasz wihr in unszere dienste zu unszerm Architect ahngenommen undt bestellet haben Daniel Wolf Dopf, dergestalt undt alszo, dasz er in seinem anbefohlenen die(n)ste getrew undt holdt sein, und unszer interesse, nutzen, undt besten überall trewlich beobachten undt gebührendt vor stellen solle, desz falsz versprechen wihr ihme hiermit gnadig jahr- lichsz undt alle jahr, zur besoldung eine Summa von hundert R. an geldt, die freye Taffell undt frey logiment, welche besoldung auf den ersten July desz abgewichenen 1670 t. Jahrs anfangen solle, Uhr- kundtlich ist diesze bestallung von unsz eigenhandig unter schrieben, undt mit unszerm fürstl. Siegell bekraftiget worden. So geschehe Cleeffe den 8 Augusti 1671. Moritz f. zu Naszauw.x) De derde brief van Maurits Post werd, naar een aan- teekening achterop aangeeft, 7/17 May 1673 te Le(e)u- warden ontvangen en beantwoord. De brief luidt: Doorluchtichge Hoogh-gebooren Vorst, genadeste Heer. De missive van den 2 Mey geschreven door den sickeretaris is mijn wel geworden, ende met vruede verstaen U: wee: vors: gen: goede over koms. Hooppe dat den alle machtichge godt U wee vorstelijcke Door L. veerders voor alle onheyl bewaeren sal voorders hebbe niet gemankeert den opende in geleijden aen den heer Johan de weert 2) x) Kon. Huis Arch. 2) Jan van Weert, genoemd in zijn rekening van 1670. Kon. Huis-Arch. 1477-1478. Bd. 1329-’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 103