EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS 89 hebbe de langh gewachte verfe als oliij van amsterdam becomen. De hier genoemde Dilty, die ook reeds in den brief van 23 Augustus 1672 genoemd werd, (toen als con cierge, hier als „castelain” en elders als keukenschrij- ver), stamde van Siegener familie. Nu nog is de naam J) Dit is Johannes Post, die als oudste zoon van Pieter Post en Rachel Ridders 10 Juli 1639 in de Groote Kerk te Haarlem gedoopt werd. In 1935 stelde ik vast, dat een schoorsteenstuk in de linker achter zaal van het voormalig admiraliteitshuis te Hellevoetsluis van zijn hand is. Verder meen ik niet dat er werken van hem bewaard zijn. Het hiergenoemde stuk is zeer verwaarloosd. wee: vors: gen: te schrijven al P.S. In sluyten van den brief. soo hebben de meesters in dit neeven gaende reques vermeit, mijn versoch U: wee: vors: gen: het selleste toe tte senden ende op het alder ootmoedeste te versoecken dat U: wee: vors: gen: haer pen- negen volgens ordenan. bij U: wee: Doorlucht: verleent machgen be comen, al soo mijn heer de vries haer wijnnich assistensie heef op gedaen, en (de) de gemelde meesters niet anders en wisste of soude volle betalingh becomen hebben, sal hier in alle onderdanicheyt order op verwachten, waer meede de meesters sal tevreede stellen, en als soo mijn broeder de schilder1) mijn meede door een missive seer vrindelijck versoch heef aen U soo hij ten hoogste verleegen is om sijn verschooten als verdiende pennegen weegen het schilderen vande saai op U: wee: vors: gen: huys, dat hij de selleste pennegen sonder langh uyt stel mochte be comen, want volgens sijn schrijven hem de selleste pennegen seer soude van nooden sijn. op dat als U: wee: vors: gen: weeder in gesondtheijt hier compt het werck met vruede aenschouwen, als voorders reeckomm. mijn altijt in U wee: Doorl. t goede grasie en hoope U wee guns te behouden. Doorluchtichge Hoogh gebooren vors, genadeste Heer Blijvende U: wee: vors: Doorlucht, getrouwe ende ge hoorsamen Dienaer Maurits Post

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 105