EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS 91 en in de doot „Hier leyt begraven Geertruyt Beelaerts, fraulin, stierf Ao 1538 den 31 Mei en juff. Geertruyd van Rotterdam, sangmeesteresse sterft 1562, den 15 Mei. Deze twee hebben malkander bemint in hun leven, en zijn zij niet geschijden”. De veronderstelling, in 1852, in het Dagblad van 's-Gravenhage gemaakt, dat deze zerk afkomstig zou zijn van de hofkapel, is gezien het boven aangevoerde, wel zeer onwaarschijnlijk. Het ligt voor de hand, dat deze zerk afkomstig is van het bagijnhof te Bergen op Zoom en daar de laatste rustplaats gedekt heeft van twee bagijntjes, waarvan er een, bij haar leven, de zangoefeningen leidde. Op 13 Juni 1674 besloot het stadsbestuur van Bergen op Zoom nogmaals eenige steenen aan den vorst te zenden. In de resoluties werd hierover opgeteekend: zerk nu werd gebruikt als stoep voor het gebouwtje tot welks bouw Johan Maurits op 1 Juni 1668 vergunning werd verleend Toegestaen, dat hij buyten de muyr van het Aeckerlant sail mogen maecken een schuyl- plaets, ofte uytsteck, uyt comende op de straet voor sijn Ex:cie huysingeBij het sloopen van dit gebouwtje in 1852 werd nl. deze zerk in ongeschonden staat terug gevonden. Wij lezen hierover in het „Dagblad van ’s-Gravenhage" van 8 Nov. 1852, blz. 3, rechter kolom: Zaken van eenig belang zijn bij de opruiming niet gevonden. Alleen verdient aandacht eene hardsteenen zerk, welke, zoo wij wel onderrigt zijn, tot stoep of ingang van het koepeltje diende, en omgekeerd, zooals zij daar lag, niet deed veronderstellen, dat zij eenmaal het graf van twee vriendinnen dekte. De zerk omkee- rende vond men daarop echter, in het vierkant, dit opschrift:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 107