170 3 DE ARCHITECT MAURITS PIETERSZ. POST 92 deze grot Weert, koop- „Ten v(er)soecke van Sijne Furst: Gen: Prins Mauritz van Nassau is goetgevonden eenige oude afgevallen steenen leggen(de) inde oude kerck alhier Sijn Furst: Gen: ten sijnen gebruycke toe te schicken en (de) naer den Hage over te sendden met het schip van daer ten dien eynde hier aengekomen” T). Merkwaardig is ook hetgeen Maurits Post bericht over de „grodt”, waar de schelpen en horens, door de groote warmte afvallen. Wij vinden op de groote situatie- teekening onder No. 13 „verwulfsel met een opklim mende april” en onder No. 15 „het Cabinet ofte Hooren- saal”. Met de grot schijnt het geval No. 15 bedoeld te zijn. Reeds in het jaar 1670 vinden we deze grot ver meld, en wel in een rekening van Jan van man tot Amsterdam: 2) Sijne furstl. Genade Prince Maurice de Nassau debet over uytgaeff bij mij ondergesr. gedaen tot het binnen werck en uytrustinge van sijn f, G. Jacht voorts noch voor sijn f. G. uytgegeven, voor partij zeehoorens en schulpen daer- van een gedeelte aen zijn F.G. vereert en andere door mijn gecocht zijn f. 40 8 voor 39 spiegelglasen betaelt die bij monsr. Post alhier gehaelt en ten dienste van zijn F.G. grotte in den Hage verbruijckt zijn Op 26 Augustus 1671 werd hem 6000.gulden be taald van zijn totaal vordering van 6250.gulden3). De volgende brief is gedateerd 1 Juni 1673: Doorluchtichge Hoogh gebooren vors genadeste Heer, Taxandria XV, bladz. 9. 2) Ook genoemd in den brief van 17 Mei. 3) Kon. Huis Arch. 1477-1478. Bd. 13292.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 108