EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS 113 1) Dissertatie Techn. Hoogeschool te Aken. 8 en op 23 Juni 1676, P.S. Monsr. Post heeft mij versocht, aen U, vorstl. Genaed. in onderdaenigheit 't erinneren, of U. vorst. Genaed. Gelieven wilden, derselver genaedige resolutie over sijne laeste missive, wegens den kerckenbouw tot Cleve, hem te willen laeten toecomen. Naar hieruit blijkt is het zeker niet onmogelijk, dat Post werkzaam geweest is aan de gereformeerde kerk te Kleef, die volgens mededeeling van Langendijk, juist in dezen tijd belangrijk werd vergroot. In dit verband wordt door Dr. E. Schmidt Burg ook de naam genoemd van den Haarlemmer den Otter, doch ook zonder iets definitiefs te kunnen meedeelen 1 Uit een brief van Adolphi van 20 December 1675, zien wij, dat aan den tuin van het Mauritshuis in deze jaren toch ook nog gewerkt werd. Hij schreef o.a.: Sijne Hoogheit beneffens den Heere Bentingh ende den Heere van Amerongen met noch meer andere heeren, voorleden Diensdagh nae den middagh in persoon in U. Vorstl. Genaed.s Tuyn geweest, hebbende de pompe die wederom geset was, door den pompemaker laeten probeeren, waerin een sonderlingh gevallen hadde, sul lende mede eenige voor hoogh geseide Sijne Hoogheit gemaeckt werden. Dat Johan Maurits dergelijk bezoek op prijs stelde is zeer begrijpelijk, hieruit toch bleek de belangstelling die men voor zijn tuin had. Hij was ook steeds bereid om anderen van zijn ervaring mee te laten profiteeren. Voor zijn vriend Bentinck stelde hij 20 December 1674 een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 129