EN DE TUIN VAN HET MAURITSHUIS 115 Doorlucht. Hoogh gebooren Vors Mijn genadeste Heer U: wee: Vors: gen: sijn getrouwe en: gehoorsamen Diennaer Maurits Post. In de marge dan nog bij geschreven: mijn vrouw laet haer schuldege Diens aen U: wee: vors: gena: pre- senteeren en hoop dat sij haes de eer sal mogen hebben met een schoetel groennen errete en braet haringh te trackteere op af recke- ningh van de huer in de thuyn al soo sij seijt dat U wee: vors: gen de huer met haer soo s(ou)de gem...? hebben. Bij het schrijven van dezen brief zal hij allerminst vermoed hebben, dat dit de laatste, door hem eigen handig geschreven brief aan den vorst zou zijn. De volgende brief aan den vorst, die geschreven werd nadat de vorst hem bericht had naar Kleef te komen, werd nog wel door hem persoonlijk onderteekend, doch door een ander (zijn vrouw?) geschreven. De brief luidt: is alles noch wel, ick hebbe aende conseersi tiltij de Cleeftse steenen volgens schrijven van U: wee: vors: gen: ter handt gestelt, en sal hier meede afbrecken en: macken met godt hulp op mijn gesetten soo bij U: wee: Doorlucht: goet sal gevonden werden, tot Cleeft te wee- sen en: sal onder tussen den grooten godt bidden dat hij U: Wee: vors: gen: noch lange tot alle onse vrueghden in gesondtheijt sal spaeren en: sal blijven Doorluchtige hooch geboren Vorst Genadige Heere. UE. aengename van den 15. deser is mij wel gewerden: Ingevolge van (de) welcke ick alreede alles hadde geschickt om volgens U.E. ordre mijne reyse ten spoedichste naer Cleve voort te setten; dan alsoo het Godt de Heere belieff heeff mij te besoecken met een pijne voort herte, int hooft, ende voornamentlijck in de Lendenen, waer bij ick nu verscheyde mael een heete en vehemente koortse hebbe gehadt, soo dat ick door swackheijt van voorleden Saterdach af het bedde hebbe gehouden, welcke sieckte tot noch toe is aengroeyende, En mij vervolgens onbequaem maeckt, om mijne voorsz. voorgeno- mene reyse, als noch te connen voltrecken, waer van U.E. fürst.e Doorht. mits desen kennisse ben gevende, met ootmoedich versoeck.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 131