HET BEURTVEER ’S-GRAVENHAGE-UTRECHT 121
Utrecht en over dat gedeelte van den Rijn liep ook het
beurtveer van den Haag naar Utrecht.
Beurtveren zijn in het waterrijke Holland zeer belang
rijke verbindingen geweest. Mr. T. J. Buys, de latere
hoogleeraar in het Staatsrecht te Leiden en schrijver
van de Grondwet”, heeft daarover in zijn in 1853 ver
schenen boekje („De verordeningen op veer- en beurt
schepen”) het volgende gezegd: „De instelling van deze
middelen van vervoer is reeds van oude dagteekening.
Zij heeft haren oorsprong te danken aan de behoefte,
welke zich alom openbaarde, naar een goede en ge
regelde communicatie. Om in die behoeften te voorzien,
kwamen de gemeentebesturen op het denkbeeld, om aan
sommige personen de uitsluitende vaart toe te kennen
tusschen verschillende steden en dorpen. Die personen
werden door de besturen aangesteld, en kregen tevens
een instructie, waarbij in het bijzonder werden aange
wezen: de tijden waarop zij moesten laden en lossen, de
dagen van vertrek, de plaatsen van afvaart en aan
komst, de gemeenten, welke bepaaldelijk en uitsluitend
op de reis moesten worden aangedaan, het maximum
van de vrachtprijzen, enz. Tevens werd aan de schip
pers de verplichting opgelegd om eene zekere som gelds
als borgstelling in de gemeentekas te storten, opdat het
bedrag van de boeten, die zij mochten beloopen, en van
de vergoeding, welke zij voor verloren goederen ver
schuldigd waren, daaruit zou kunnen worden voldaan”.
Deze omschrijving is in zooverre geslaagd, dat zij ons
een duidelijk beeld geeft van de beurtveren, zooals deze
vele jaren hebben bestaan. 's-Gravenhage was met vele
plaatsen door beurtveren verbonden: Leiden, Delft, Rot
terdam, Haarlem, Amsterdam. Het oudste stuk betref
fende het veer op Amsterdam dateert van 1589 (zie
mijn artikel in Binnenscheepvaart van 11 November