HET BEURTVEER 'S-GRAVENHAGE—UTRECHT 123 staan van de Utrechtsche gecommitteerden te overleg gen aangaande de afvaart van de drie schuiten. Daarop antwoordden de Haagsche burgemeesters op hun beurt aan hunne goede vrienden en naburen. De winsten van de Haagsche schippers zijn zoo sober, dat zij daarvan met hun vrouwen en kinderen kwalijk kun nen leven. Het plan van Utrecht om een derden schipper te benoemen zal de Haagsche schippers „strecken tot haere totale ruïne, te meer nadien niet heel langh ge leden bij Uw Ed. is gestelt een schipper varende van Uw. Ed. Stadt op Delft, die mede compt op den Haghe, ende aldaer brengt en haelt alderande vrachten, coffers, brieven en anders Dit doet reeds groote afbreuk aan de Haagsche schip pers op Utrecht, redenen waarom de Haagsche burge meesters het geraden zullen vinden met het stellen van een derden schipper op het voorzegde veer alsnog te wachten. Van eenig overleg wilde men in den Haag zelfs niet weten. Over deze aangelegenheid werden ver schillende brieven gewisseld. Van de heeren Gecommitteerden van de stad Utrecht kwam een voorstel om het veer met twee schuiten te doen bedienen, namelijk een van Utrecht en een van den Haag „gelyck het selve voor desen is bedient”; de winst zal in drie deelen worden verdeeld, namelijk één gedeelte voor den Utrechtschen schipper en twee ge deelten voor de Haagsche schippers. Voorloopig zal namelijk de toestand zoo blijven dat de beide Haagsche schippers zullen blijven varen. Als een der Haagsche schippers overlijdt zal het veer wederzijds met één schuit worden bediend en de profijten door de Haag sche en Utrechtsche schippers voor de helft genoten worden, mits „zij elkaar oprechte rekening van alles zullen doen”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 139