ROND JOHAN J. H. VERHULST
141
Dit was echter nog maar een spectacle coupé van on-
schuldigen aard. Uit de geschriften van den musicoloog
Burney, die ten tijde van Johann Seb. Bach een zooge
naamde muzikale reis ondernam door Duitschland, kan
men vernemen dat de klassieke concerten, om de animo
De solisten, die medewerkten, waren de beroemde
zangeres Signora Borgondio en de violist Kleine.
Voor onzen hedendaagschen smaak moge dit weinig
aantrekkelijks hebben, maar als men weet wat daarvóór
op de muziekpodiums ten gehoore gebracht werd, moet
dit programma een reuzenstap in de nieuwe richting ge
noemd worden. Ter wille van de curiositeit geef ik nog
even een programma van een zomerconcert uit het einde
der achttiende eeuw, in de Vaux-hall in de Zeestraat,
ter hoogte, waar later de Groote Bazar kwam te staan.
Op de affiche stond aangekondigd:
,,Een extra ordinaris Vocaal- en Instrumentaal concert
zal worden gehouden, ter occasie van de verjaering der
Electie van Zijne Doorluchtige Hoogheyt, tot Stadhou
der deezer Provincie. De Entrée is één Gulden, en het
begin gefixeert ten 11 uuren voor de middag, om de koele
avondlucht te vermyden. Bij tusschenpozinge der Muziek
zullen de respective Heeren en Dames gediverteert
worden met het spectakel van te zien klimmen op een met
oly en zeep besmeerden Mast, ter hoogte van 60 voeten
naer een prijs van vijf Ducaten en een Tractement, voor
den geene die een krans van deszelfs Top zal kunnen af-
haelen. Wordende te gelijk alle Matrozen en liefhebbers
van klimmen uitgenoodigt, om hare Kunst, Bequaemheit
en Fortuin, tot het behaelen dier Praemie, te komen pro-
beeren.”