ROND JOHAN J. H. VERHULST 152 Hoe stond het intusschen met de andere muziekinstel lingen in de Hofstad? Hoe vaart de Koninklijke Muziek school, de Stafmuziek? Laat ik echter eerst iets mededeelen over de bekende musici van dien tijd: van Bree, de Chavonnes Vrugt, Geertrude v. d. Bergh, Mevrouw Offermans'van Hove, Willems, Wilhelm Smits en Verhuist. J. B. van Bree was in 1801 te Amsterdam geboren. Na zijn opleiding begon hij zijn loopbaan als violist in den Franschen Schouwburg, maar in 1829 reeds werd hij directeur van de Felix Meritis Concerten te Amster dam en dit gold toen als de hoogste trap, dien men op muziekgebied in Holland bereiken kon. Hij was in Amsterdam de ziel van het muziekleven. Ook werd hij muziekdirecteur van het koor van de Mozes en Aarons- kerk in de hoofdstad, het mooiste koor van Nederland. Hij was tevens directeur van Toonkunst, afdeeling Am sterdam. In de Mozes en Aaronskerk had hij bij de uit voering van door hemzelf gecomponeerde missen niet alleen de beschikking over koor en orgel, maar tevens over een orkest in optima forma; en de hoogmissen in die kerk groeiden uit tot ware concerten. Het gevolg was, dat niet alleen de katholieke geloovigen met verrukking den kerkdienst bijwoonden, doch tevens muzieklievende protestanten, Israëlieten en atheïsten naar den room- schen tempel togen. Maar daar werd gauw een stokje voor gestoken. Hoe dienstig ook voor het goede doel, de Paus scheen er toch niet bijster veel mee op te hebben. Weldra ontving men het bevel van Rome, dat in ’t ver volg geen orkesten meer in kerkdiensten mochten mede werken. Tegenwoordig mag zelfs geen andere kerkmu ziek meer uitgevoerd worden dan de oude Gregoriaan- sche muziek. Van Bree heeft grooten invloed geoefend op het muziekleven hier te lande; zijn opera Sappho werd

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 170