ROND JOHAN J. H. VERHULST
156
honorarium
Hollandsche
verdienste van
Saksen, die voor haar medewerking een
genoot van bijna 1400 gulden, terwijl onze
kunstenares zich had tevreden te stellen met 350 gulden.
Men ziet, de bekende Hollandsche vereering van wat
uit den vreemde komt, zat er toen al in.
Het mooiste van de zaak was nog, dat deze duur
betaalde kracht in haar duet met Sophie van Hove de
en zich slechts dank zij de slagvaar-
haar partner kon herstellen. Sophie van
en nam
plaats
kluts kwijt raakte
digheid van 1
Hove huwde later met den violist Offermans,
destijds in ons Nederlandsche muziekleven een
in als later Mevrouw Noordewier-Reddingius.
Geen naam kwam gedurende vele tientallen van jaren
menigvuldiger voor op de Oratoriumprogramma’s dan
de hare. Zij was een zangeres van Europeesche ver
maardheid; Schumann schatte haar zeer hoog. Vooral
in zijn Oratorium Der Rose Pilgerfahrt.
Als een zeer markante figuur wordt in de Toonkunst-
kronieken nog genoemd Mejuffrouw Gertrude v. d. Bergh,
een fameuse pianiste. Zij was behalve klaviervirtuose
van beteekenis ook dirigente van een dameskoor en
componiste. Men moet dus erkennen, dat zij een voor
dien tijd zeer moderne dame was. Zij gaf in 1809 op
vijftienjarigen leeftijd in den Haagschen Schouwburg
haar eerste concert, „dat ieder in verrukking bracht die
het bijwoonde”. Zij was een zeer vaak optredende
artieste op de Diligentiaconcerten en ik lees, dat Beet
hoven en Bach haar lievelingscomponisten waren, en
dit in de jaren, waarin het virtuozendom met zijn
muzikale vuurwerken voor allerlei instrumenten hoogtij
vierde, moet ik deze musicienne een werkelijk unieke
verschijning noemen in onze diep gezonken muziek
cultus van het begin der eeuw.
Zij was het eerste vrouwelijk lid van