ROND JOHAN J. H. VERHULST 157 Toonkunst. Zij stierf in 1840, dus op 44-jarigen leeftijd, en is met groot rouwbetoon en treurmuziek door de Haagsche afdeeling van Toonkunst ten grave gedragen. x) Zijn vader, die bij de toenmalige denkbeelden omtrent den toon kunstenaarsstand, niet veel ophad met de muziekaspiraties van zijn zoon, had hem liever typograaf zien worden. Lübeck behoefde al zijn overredingskracht om den vader tot betere gedachten te brengen. Thans kom ik tot de figuur, die het grootste gedeelte van de negentiende eeuw hier in Nederland het mid delpunt vormde van ons muziekleven: ,,De g r o o t e Verhuist”, zooals hij door ons bewonderend voorge slacht genoemd werd, „het troetelkind van de Maat schappij tot Bevordering der Toonkunst, waar hij vele jaren den scepter heeft gezwaaid; ja zelfs in drie afdee- lingen, Den Haag, Amsterdam en Rotterdam”. Laat ons het bestaan van dezen bijzonderen en tevens ook wat eigenaardigen mensch iets nader beschouwen, en zien waaraan hij zijn naam en positie te danken had. Johannes Josephus Herman Verhuist werd 19 Maart 1816 te ’s-Gravenhage geboren en wijl hij reeds op school bleek een goede stem te bezitten, liet zijn vader den tienjarigen jongen op de koorgezangklasse van de Koninklijke Muziekschool inschrijven. En ook zong hij, de katholieke knaap, bij de kerkmuziek mee, iets dat niet weinig tot zijn muzikale opvoeding bijdroeg. De geschiedenis vermeldt het niet, maar ik vermoed, dat de ouders van Verhuist het niet breed hadden; want wat is anders de reden, dat hij later op de Koninklijke Muziekschool als een der eerste leerlingen (viool) in plaats van zich uitsluitend aan die studie te kunnen wijden, nog als bediende in den muziekhandel van Weygand moest fungeeren? x).Zie, dat zijn van die

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 175