ROND JOHAN J. H. VERHULST
159
het eerste muziekfeest
o.a. ook de 18-jarige
welken componist-dirigent hij veel leerde op het gebied
der instrumentatie.
Van dien tijd dateert zijn grondiger theoretische studie
en zijn onbedwingbare componeerwoede.
Gesteund door zijn grootere kennis en kunde compo
neerde hij een O salutaris voor mannenstemmen, dat in
1835 door Toonkunst met zes gouden ducaten werd
bekroond.
Er staat in de beschrijving van
in Den Haag vermeld, dat daar
Verhuist als kweekeling van de Koninklijke Muziek
school „meestreek’’. Het blijkt dus dat hij intusschen al
een geducht homme d’orchestre geworden was, want
voor deze groote muzikale gebeurtenis werden slechts
de eerste musici van het land aangezocht.
De jonge Verhuist schreef toen verder nog eenige
composities, o.a. een Ouverture in bes mineur, en had
de voldoening, dat ze door Toonkunst werden uitge
geven. Dezelfde Ouverture werd ook de aanleiding tot
zijn kennismaking met Mendelssohn, die in 1836 de
baden te Scheveningen gebruikte.
Eerst ging hij naar Duitschland, maar dit bracht hem
teleurstelling; hij vond er niet wat hij zocht.
Hij is daarop naar Parijs gegaan om er zijn geluk te
beproeven; maar daar ontving hij een brief van zijn
ouders, waarin ze hem rieden direct naar Leipzig te
vertrekken, want dat anders het subsidie zou worden
ingetrokken. Hij volgde dien raad op, en kwam den
12den Januari 1838 te Leipzig aan, waar hij door nie
mand minder dan door Mendelssohn vriendelijk werd
ontvangen.
Toen Verhuist hem zijn composities had laten zien,
moet hij gezegd hebben, dat Verhuist niet veel meer te
leeren had, doch slechts veel te werken. Wat een heer-