ROND JOHAN J. H. VERHULST
166
in zijn tijd
dat hij een goed braaf mensch was. Niettegenstaande
zijn Haagsch accent, hadden zijn woorden invloed op
de groote scharen zangers, musici, en hoorders, die hij
met zijn veldheersblik overzag. Hij uitte zich altijd spon
taan, en vroeg zich niet af, of de menschen dit of dat
gek of belachelijk zouden vinden.
Bij de eerste uitvoering van de Mattheus Passion,
onder zijn leiding, liepen vele menschen, wien het werk
bij het slotkoor te machtig werd, naar de garderobe;
toen keerde hij zich tot het publiek en riep met tranen
in zijn stem: menschen, wat doene jullie nou, nou
loopen jullie weg bij het mooiste keur, dat er ooit ge
schreven is!”
Wij zullen nu Verhuist even laten rusten om thans
iets te zeggen over het virtuozendom van zijn tijd.
In 1814 trad hier met het Concert Diligentia op de
beroemde violist Henri Vieuxtemps. Bij gelegenheid nu
van een dier concerten, waar Vieuxtemps’ eigen werk
zou worden uitgevoerd, bleek de eerste hobopartij zoek
geraakt. De hoboïst, die deze partij moest spelen, was
Jan Hemmes, dien ik persoonlijk goed gekend heb. Uit
zijn eigen mond heb ik vernomen, dat hij aanbood zijn
partij uit de partituur te lezen: hij kwam daartoe met
zijn rug naar het publiek naast den kapelmeester staan
en blies zoo zijn partij, tot groot enthousiasme van het
publiek en van Vieuxtemps.
Jan Hemmes was in zijn tijd een populaire beroemd
heid. Hij bekleedde in het den Haag van toen een plaats
als thans Jaap Stotijn, minus den internationalen roem
van den laatste. Als de meeste goede musici uit die
jaren, vervulde hij vier betrekkingen tegelijk, hij was
namelijk eerste hoboïst van de Staf muziek (onder Dunk-
ler), van de Fransche Opera en van de Diligentiacon-