ROND JOHAN J. H. VERHULST 179 i Aan pogingen om een Hollandsche Opera te stichten hier te lande heeft het ook in die dagen niet ontbroken. Toen in 1843 Verhuist uit Duitschland was terugge keerd, de faam hem al vooruit gesneld was, heeft men geprobeerd in Den Haag, aanvankelijk onder gunstige voorteekenen, een Hollandsche Opera te stichten. Ver huist zou de muzikale leiding hebben. De reeds ge noemde de Chavonnes Vrugt, tenor, en de dames Fink, Löhr en Janssens zouden er de hoofdpartijen in ver vullen. Doch deze eerste poging is, gelijk vele andere naderhand, mislukt. Voor zoover zijn directeursposten te Amsterdam en te Rotterdam het toelieten, leidde de Haagsche meester nog particuliere concerten in de des tijds welbekende uitspanning Duin en Veldzicht in de Zeestraat; eigenaar een zekere Vermeulen. Dit was een gelegenheid waar gekolfd kon worlen, bals en avond partijen gegeven werden, vuurwerk werd afgestoken. Het was een zoogenaamde Vauxhall, waarvan ik al sprak, nl. die waar mastklimmen en andere attracties de muzieknummers afwisselden. Er was toen in Neêrlands steden een groot gebrek aan concertzalen. Men moest voor grootsch opgezette muziekuitvoeringen zijn toevlucht nemen tot de Groote Kerk, soms tot de Ridderzaal. In 1854 had het groote driedaagsche Muziekfeest plaats te Rotterdam en voor dit muziekfeest, waar Ver huist het glanzend middelpunt vormde, en waar de grootsche huldiging (helaas zonder lintje) plaats vond van Toonkunsts’ stichter Vermeulen, moest opzettelijk een zaal gebouwd worden (Architect W. N. Rose) een soort barak met „dennenhouten wanden”. Dit pompeus opgezette feest, dat door z’n luister en omvang en door het aantal toehoorders (3830 zitplaat sen; 590 zangers, 173 orkestleden) verre het Haagsche

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 199