EEN WOORD TOT DE LEDEN
10
aan het vroegere, zooals de boom wortelt in de aarde,
zonder welker vruchtbare aanwezigheid haar telken jare
nieuw blad, haar telken jare nieuw ooft ondenkbaar zou
zijn. Het wonder der schepping is een herschepping uit
het oude, dat er was. Voorzoover het oude de mogelijk
heid biedt tot herschepping, zoover is het ,,eer-waardig”.
En het eerwaardige moeten wij behouden. Hoe vaster
men gelooft in de beteekenis en de taak van het nieuwe,
des te duidelijker beseft men de eerwaardigheid van het
oude, des te dringender voelt men de noodzakelijkheid
dit te behouden.
Niet dus, omdat het oud, maar omdat het eerwaardig
is. Het is dit onderscheid, dat van beteekenis is, omdat
het tevens scheiding maakt tusschen den behouder en
den behoudzuchtige, tusschen den conservatief en den
reactionair.
Wie zal er bezwaar tegen maken, wanneer een oud
huis, onbruikbaar naar onze behoeften, zou worden af
gebroken? Maar wordt het geval niet anders, als dat
oude huis in zijn verschijning de herinnering mededraagt
aan vroeger tijden, toen eenvoudige smaak, zuiver gevoel
voor verhoudingen, en kunstrijk vakmanschap in staat
waren een geheel te scheppen, dat niet slechts den
schoonheidsgevoelige boeit, maar dat in ons midden ge
tuigenis geeft van edele eigenschappen van den men-
schelijken geest; of wanneer zulk een huis de herinne
ringen bergt aan mannen of vrouwen aan wier groote
gedachten of schoone werken de menschheid dankbaar
heid verschuldigd is?
Die Haghe heeft op deze vragen méér dan eens een
bevestigend antwoord gegeven. Ik vermeldde reeds wat
het deed om de restauratie van de Grafelijke Zalen op
gang te brengen; het kan dankbaar zijn, dat sedert 1904
dit monument van den vroegsten graventijd weer een