ROND JOHAN J. H. VERHULST
180
dit alles was er ter eere van de fees-
schitterend vuurwerk op de Maas; het man
en burgemeester Hoffman een
van den eerste, had men een
een zee van licht een met lin-
was, met te midden van
B Men doet evenwel verstandig ook de thans zeer vermakelijk-
ouderwetsch aandoende „Vergeten hoofdstukken" te lezen. Dit zijn
zonder uitzondering venijnige schotschriften van schrijvers met een
van 1832 overtrof, was misschien wel de grootste dag
van Verhulsts leven. Denk u eens in die overweldigende
feestverlichting met gasbollen, die feeërie! Onder
het gehoor leden van het Vorstelijk huis, beroemde com
ponisten als Franz Liszt, Rubinstein, Ferdinand von
Hiller, Sterndale Bennett; als solisten de zangeressen
mevrouw Offermans v. Hove, Jenny Ney! Van Dokkum
schrijft: „toen de laatste noot van Verhulsts zeer Men-
delssohniaansch werk, den 145sten Psalm verklonken
was, schudde het gebouw op zijn grondvesten door de
uitingen van geestdrift der schare. Een regen van bloe
men daalde neer op het hoofd van Verhuist, die zichzelf
het bewustzijn voelde ontzinken en een glas water ver
zocht, om op de been te kunnen blijven”.
Aan den feestmaaltijd, die daarna volgde, zaten o.a.
aan Franz Liszt, von Hiller en Bennett; en die opge
wonden hoogdravende toasten!
Na afloop van
tenden een
nenkoor bracht Verhuist
serenade. Voor het huis
schuit gelegd, waarop in
nen bespannen raam gehecht
emblemen, de woorden:
„Hulde aan Joh. J. H. Verhuist, het feestvierend koor.”
Wie weten wil hoe de crème de la crème van de
Hofstad reageerde op de euphonie, door Verhuist en
zijn kunstenaarsschare voortgebracht, neme het boekje
Physiognomic van Den Haag 1) ter hand, auteur: W. J.