ROND JOHAN J. H. VERHULST
188
Indien ik hier nu verder iets wil vertellen over eenige
musici van grooten naam, die nauw met het muzikale
leven van den Haag verbonden zijn geweest, dan kom
ik vanzelf weer te spreken over het Koninklijk Conserva
torium, waar zij, voor een deel althans, hun opleiding
genoten. Een van die groote namen heb ik vroeger vaak
Bosch waren op verschillende punten grenadiers opge
steld met geladen geweren; ook een kanon, alles ge
laden met los kruit natuurlijk en wanneer alle volks
liederen achtereenvolgens de revue gepasseerd waren,
ging er een seintje naar het donkere bosch, en dan pas
ging het er van langs, geweervuur en kanongebulder,
zóó hevig, dat je het gekerm van de gewonden haast
niet meer kon hooren en ze er best mee konden uit
scheiden, en het publiek met bleeke gezichten en doof-
gedonderde ooren zat toe te luisteren. Daar dit nummer
meest bij koningsverjaardagen en met illuminatie, als
laatste nummer gespeeld werd, togen de menschen daar
na versuft en geheel ontdaan huiswaarts. Tenminste,
zoo is het mij gegaan, toen ik op een koninginneverjaar-
dag 's avonds door het feestelijk verlichte bosch, tus-
schen dichte drommen, het ouderlijk huis weer opzocht.
Als men dan bij de Boschbrug kwam, stond er een rose
gloed in de verte, boven de feestende stad, waar overal
nog kermis en herrie was.
Wat den eminenten en populairen Dunkler verder be
treft, kan ik alleen nog mededeelen, dat hij 16 September
1878 overleden is, maar ook, dat zijn naam nog altijd
voortleeft. Zonde en jammer is het, dat bij den brand
van de Oranje-Kazerne in 1916 het grootste en belang
rijkste deel van zijn fantasieën in de vlammen is opge
gaan; een onherstelbaar verlies, omdat die werken bijna
uitsluitend in handschrift bestonden.