EEN WOORD TOT DE LEDEN
11
l) Gelijktijdig met het initiatief van die Haghe huurde een parti
culier, ir. C. J. M. Wertheim, het buitengoed om het te redden; de
gelukkige samenwerking met die Haghe maakte de definitieve red
ding mogelijk.
plaats is gaan innemen in het leven der Residentie, voor
eerst wel door zijn bestemming voor de opening der
Staten-Generaal, maar ook voor andere plechtige of
feestelijke bijeenkomsten, waarvan ik, behalve aan vele
congressen, vooral aan de Tweede Vredesconferentie en
aan de Haagsche conferenties van 1923 en van 1929
herinner.
Ik moet ook herinneren aan het zeer belangrijke aan
deel, dat zij had aan de protesten tegen het afbreken
van het gebouw van den Koninklijken Schouwburg in
1912; dat de zoo bijzonder fraaie gevel van dit oude
paleis van den prins van Nassau Weilburg daardoor is
gespaard gebleven, is zeker dankbaar te gedenken en
sedert de Gemeente dat ten onzent zoo zeldzame voor
beeld van laat 18de eeuwsche paleisarchitectuur, dat er
voordien nogal verwaarloosd uitzag, heeft gerestaureerd,
zal niemand eraan twijfelen, dat de redding van dit
kunstwerk een zegen was.
Een derde voorbeeld is dat van het krachtig mededoen
aan het verzet tegen de afbraak van de Kanongieterij;
als wij thans nog den kloeken gevel van Pieter Post
bewonderen kunnen, kost het moeite te denken, dat deze
een kwart-eeuw geleden nog ernstig gevaar liep.
Er is een ander bouwwerk van Pieter Post, dat aan
die Haghe nog meer te danken heeft; ik denk aan het
aardige buitenhuis Hofwijck te Voorburg, dat gered is
door een actie, waarbij het initiatief van die Haghe van
de grootste beteekenis is geweest. 1) Daar kwam een
tweede motief naast dat van de redding van een mooi