ROND JOHAN J. H. VERHULST
193
Als
en Viotta, wordt het 8
8. De aanvangsuren
Kes, Mengelberg en Viotta, wordt het 8 uur. En thans
is het kwart over 8. De aanvangsuren van de publieke
vermakelijkheden worden dus steeds later. Van de zoo
genaamde matinée’s, concerten, die, op den Franschen
naam afgaande, toch eigenlijk op den vroegen morgen
moesten plaats vinden, wordt omstreeks deze jaren ner
gens eenige melding gemaakt. Dit is meer een mode
geworden op het eind der vorige eeuw.
Thans zijn we tot een tijdperk van het Haagsche
muziekleven genaderd, dat ik, om enkele verdrietige
dingen, die daarin zijn voorgevallen, haast zou willen
noemen een Haagsche godenschemering. Want wat was
het anders, hetgeen we daar zagen plaatsgrijpen? Maar,
laat ik de zaken niet vooruitloopen en ze vertellen in de
volgorde, waarin ze gebeurd zijn.
een vooruitgeschoven schaduw kan reeds be
schouwd worden de benoeming van een nieuwen direc
teur van de Koninklijke Muziekschool te ’s-Gravenhage,
in de persoon van W. F. G. Nicolai. 1 Februari 1865
was Lübeck, die deze plaats veertig jaren bekleed had,
gestorven en weldra was de Commissie van Toezicht
bijeengekomen om raad te schaffen; er moest natuurlijk
een nieuwe directeur komen.
Men besloot slechts één naam aan den Minister voor
te stellen, een Nederlandsche natuurlijk, maar weldra
kwam er debat, want er werd nog een tweede naam
genoemd; de eerste was die van Verhuist, nog steeds
de machtigste in geheel muzikaal Nederland, doch de
tweede was die van Nicolaï, tot nu toe de orgelleeraar
van het Conservatorium. De eerste had vier stemmen
en de tweede drie. De voordracht met deze twee namen
werd 20 Februari 1865 ingezonden, en reeds den daarop
volgenden dag volgde het besluit van Minister Thor-
becke, waarbij Willem Frederik Gerardus Nicolaï tot
13