ROND JOHAN J. H. VERHULST
194
directeur van het Conservatorium werd benoemd, op
een jaarwedde van 2.200.
In de volgende vergadering van de Commissie van
Toezicht werd dit besluit medegedeeld; het klonk de
meerderheid als een donderslag in de ooren; de groote
Verhuist gepasseerd! De vier heeren, die hem can-
didaat hadden gesteld, besloten zich dan ook uit de
Commissie terug te trekken en in het Gedenkboek van
het Conservatorium staat vermeld: „Bepaald joyeuse
was de entrée die de heer Nicolaï in zijn nieuwe kwali
teit in de vergadering der Commissie maakte, dus niet.
Niet minder dan vijf leden der Commissie hadden om
zijne benoeming een goed heenkomen gezocht”.
Ik geloof, dat Thorbecke juist heeft gezien, want
Nicolaï is gebleken de rechte man op de rechte plaats
te zijn geweest. Onder zijn opperleiding zijn vele uit
muntende leerlingen gediplomeerd, waaronder b.v. Jan
Smit, die later een Europeesche bekendheid verwierf,
en tenslotte benoemd is tot concertmeester van het Bilse
Orchester te Berlijn, het orkest, waaruit de Berlijnsche
Philharmonic is voortgekomen. Later werd Jan Smit
hoofdleeraar van het Conservatorium te Gent. Nicolaï’s
leiding was uitstekend en met allen eerbied voor Ver
huist, moet toch gezegd, dat hij vaak een nogal ruwe
persoon was, die zeer ruig uit den hoek kon komen.
Dit is iets dat ik zeker van meer dan tien personen uit
zijn tijd en omgeving heb vernomen, en dit zal er niet
weinig toe hebben bijgedragen om inzake het directeur
schap de schaal naar Nicolaï’s kant te doen overslaan,
temeer daar de laatste een man was van een beheerscht
en onberispelijk optreden.
Een zeer gunstige omstandigheid temeer was ook dat
hij bij Thorbecke aan huis kwam om diens dochter
pianoles te geven. Hij had daar dus al den tijd en de