ROND JOHAN J. H. VERHULST
197
men lachte maar eens om
schoon en groot was”. Doch
zijn heftigheid.
Op een keer, toen hij in den Parkschouwburg te
Amsterdam een partituur vergeten had, ging hij die
's ochtends terughalen, juist toen men daar onder v. d.
Linden Lohengrin aan het repeteeren was. Hij stopte
toen onmiddellijk zijn vingers in de ooren, greep snel de
partituur en maakte, dat hij het gebouw uitkwam. Met
Verhuist heeft men in verband met zijn Wagnerhaat
eens een grap uitgehaald. Men gaf hem op een van de
Diligentiaconcerten te dirigeeren de ouverture voor de
opera Iphigenia in Aulis. Deze ouverture gaat, zooals
vaak met ouvertures het geval is, zonder onderbreking
in de opera over; terwijl de laatste tonen weerklinken
gaat het gordijn op; er is dus geen slot aan voor concert-
gebruik. En nu was juist kort te voren deze ouverture
apart verschenen ,,mit Schlusz für Konzertaufführungen
von Richard Wagner”.
Dat mit Schlusz von Richard Wagner had men netjes
weg geradeerd en de niets kwaads vermoedende Ver
huist dirigeert de ouverture, waar minstens 25 maten
door Wagner bij gecomponeerd waren. Toen nu het
werk ten einde gespeeld was, zeide men hem, nu heeft
u eindelijk toch Wagnermuziek gedirigeerd. En toen
moet Verhuist in woede uitgebarsten zijn.
In 1875 werd het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen opgericht. Voor dien tijd hadden al die orkest-
concerten plaats in het zaaltje van Diligentia en dat
was voor dat doel langzamerhand een benauwde gelegen
heid geworden. Het aantal leden der Diligentiaconcerten
was zóó gestegen, dat zij die een zitplaats wilden be
machtigen, verplicht waren al te zes uur voor de deur
te staan. Plaatsbespreking bestond nog niet; wie dus
de beste ellebogen had, kreeg de beste plaats. Daarbij