ROND JOHAN J. H. VERHULST 207 Frans Ogier, oud onder-kapelmeester der Kon. Militaire Kapel, die mij dit programma toezond. toekomst. Na afloop van dit concert, waarvoor de pro gramma’s met zilveren letters op zeegroen papier gedrukt waren, heeft de heer Frans Ogier1), die er als hoornist meewerkte, het Verhuist op diens origineele wijze hooren zeggen. ,,Ach ja”, klaagde hij, „nu ben ik als de paasch- os, dien ze nog eens mooi bekranst en met bloemen ver sierd hebben om hem eindelijk naar den slachter te bren gen en hem te laten afmaken.” In de feestrede was trou wens al wat gezinspeeld op een welverdiende rust. Kort daarop kreeg hij zijn ontslag thuis, tegelijk met zijn eere- lidmaatschap. Wel riep dit ontslag een storm van verontwaardiging op onder de vereerders van den meester, maar is het nog aan twijfel onderhevig wie zal overwinnen in den strijd tusschen den ouden en den nieuwen tijd? In 1891 den 21 en Januari verscheen als eerste nummer op het Diligentiaconcertprogramma de Symphonic in e moll van Johan J. H. Verhuist, doch met een zwarten rand omlijst, en Richard Hol dirigeerde haar. Hij deed den ouden tijd uitgeleide en zette kort daarna de deur open voor de nieuwe muziek. Op dien avond werd er uit piëteit geen Wagner of Berlioz gespeeld, maar op de volgende concerten kon hij van leer trekken. Hoewel kort voor zijn dood, uitgezonderd in de kerken, zoo goed als niets meer van den componist Verhuist ge hoord werd, hadden nu in alle steden van Nederland uitvoeringen van zijn werken plaats. Nicolaï, in zijn nu hoogst sympathieke, keurig gestelde necrologie zeide, naast veel dat van piëteit getuigde, dat het te betreuren was, „dat Verhuist niet den profetischen blik bezeten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 228