ROND JOHAN J. H. VERHULST 210 in Duitschland en hij had er de het werk gezien: geliefde toegiftje van eiken Hollandschen zanger of zangeres. Wat verder de maatschappij de Toekomst aangaat, kan ik alleen nog mededeelen, dat ze in het begin van deze eeuw is opgeheven. In 1905 heeft haar laatste concert plaats gehad: een kamermuziekavond van werken voor oude instrumenten. Wijl het aantal leden te groot geworden was en de concerten te weinig opbrachten, geen donateurs meer werden gevonden, kon de kas geen voldoende onder steuning meer uitkeeren en na dit laatste concert is deze kas onder de overblijvende oude leden verdeeld. Thans ben ik genaderd tot een sombere bladzijde van de Haagsche orkestgeschiedenis. Den datum weet ik niet precies, maar het heeft kort na den dood van Verhuist plaats gevonden. Daar was een man gekomen uit Duitschland, of liever uit Dordrecht, zijn geboorteplaats, maar was zijn muzikale opleiding voltooid, groote toonkunstenaars van zijn tijd aan Hans von Bülow, Muck, Brahms en anderen. Daar was reeds lang het nieuwe regime geboren, het orkestleven, zooals we dit nu nog kennen, van veel, nauwgezet repe- teeren, van het moeten voldoen aan de hoogste eischen; van het geen genade hebben voor luiheid of onbe kwaamheid; het regime van straffe discipline. En deze man, Willem Kes was zijn naam, had dit nieuwe regime uit Duitschland overgebracht naar Amsterdam, naar het Parkorkest, te voren onder leiding van Coenen. En het was er niet zachtzinnig bij toegegaan. Hij had het orkest op te voeden gehad, velen moeten ontslaan; maar ook het publiek had zich in de nieuwe orde van zaken moeten schikken. Weg met de telaatkomers in het orkest; met de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 231