JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING
229
Geschriften.
Bijeenkomsten.
De eerste bijeenkomst van het jaar vond plaats op
Woensdag 15 Februari. Als spreker trad op de heer
B. van Eysselsteyn, die tot onderwerp had: Het tooneel
te ’s-Gravenhage. Spreker gaf een overzicht van den
ontwikkelingsgang van het tooneel en wees op de aan
vankelijke verbondenheid van het spel met de Kerk, met
haar Mysterie- en Mirakelspelen. Daarop zijn de kluchten
gevolgd, welke een wereldsch karakter droegen. Lang
zamerhand ontwikkelde zich hieruit het beroepstooneel,
dat veelal door rondtrekkende gezelschappen beoefend
werd. Daarnaast verbreidde zich de liefhebberij in de
tooneelspeel- en voordrachtskunst, welke hoofdzakelijk
in de rederijkerskamers tot uiting kwam. Naarmate het
tooneel zich van de Kerk verwijderde, kwam het in
strijd met de overheid. Vreemde gezelschappen voerden
den boventoon. Eerst in de tweede helft van de 18e
Zooals gebruikelijk is, verscheen in het einde van
het jaar het Jaarboek, dat ditmaal een grooteren om
vang had dan in de laatste jaren het geval was. Het
bevat vier stukken, waarvan twee met behulp van de
Hofboeken zijn tot stand gebracht. Een bewijs te meer,
dat de Vereeniging met de voor haar kostbare uitgave
van de Hofboeken een nuttig werk heeft verricht. Het
Jaarboek, dat verlucht is met vele afbeeldingen, bevat
verder de gebruikelijke rubrieken. Het is wederom een
geslaagd Jaarboek, dat met belangstelling door de leden
is ontvangen, al hoort men hier en daar wel eens een
stem, welke het verlangen te kennen geeft naar meer
populaire en anekdotische artikelen.