'i
EEN WOORD TOT DE LEDEN
16
van de 19de eeuw geweest moet zijn, ook de catalogus
had bijzondere verdienste als een documentatie voor
hetgeen over verschillende verdwenen deelen van oud
den Haag nog te vinden was. Het 25-jarig bestaan
van de Maatschappij Zeebad Scheveningen was aan
leiding om in 1908 een eveneens zeer geslaagde ten
toonstelling te maken van „Scheveningen in den loop
der eeuwen”.
Niet alleen het verlevendigen van de herinneringen
aan het oude stadsbeeld moet de Historische Vereeni-
ging op haar programma hebben. Het zijn ook de be
langrijke figuren, de personen, die zich in de historie
der stad hebben onderscheiden, wier beeld en nage
dachtenis zij levendig moet houden. De wegen, die
daarbij bewandeld kunnen worden, zijn vele. Men kan
hen maken tot het onderwerp van speciale studies in
zijn Jaarboek en het spreekt vanzelf, dat de jaarboeken
van die Haghe in dit opzicht zeer verdienstelijk werk
hebben gedaan. Ik kan en wil daarvan geen opsomming
geven en bepaal mij tot twee meer omvangrijke ge
vallen: vooreerst het interessante Jaarboek van 1898,
dat geheel gewijd is aan alle leden van ons Vorsten
huis, die op eenige wijze met ’s-Gravenhage in contact
zijn geweest; het zijn vooral de minder bekenden, om
trent wie treffende bijzonderheden worden medegedeeld.
Het is anderszijds een bewijs van eene verknochtheid
aan ons Vorstenhuis, welke voor een historische Haag-
sche vereeniging trouwens wel zeer voor de hand ligt
en waarvan zij dan ook meer dan eens getuigenis heeft
afgelegd, onder meer door de aardige tentoonstelling
betrekking hebbende op de geboorte en de jeugd van
de verschillende princen en princessen van Oranje-
Nassau ter gelegenheid van de geboorte van princes
Juliana in 1909.