EEN WOORD TOT DE LEDEN 23 ook niet vreemd, dat als gij hem opmerkzaam hebt ge maakt op de edele vormen of het fijn silhouet tegen de lucht, op de eigenaardige beteekenis van zulk kunstwerk midden in het stadsbeeld, of hebt aangeduid hoe zulk een bouwsel de herinnering bewaart aan verschillende tijdperken en een traditie heeft, die ons bindt aan het verleden en die de toekomst zal binden aan ons, het is ook niet vreemd, dat dan een licht blijkt op te gaan voor welks schijnsel men dankbaar is. Geslacht op geslacht heeft verzuimd om naast de ge schiedenisles uit het schoolboek, de geschiedenisles van de straat te doen spreken, om de steenen getuigen uit het verleden hun taak te doen vervullen en hun een nieuw leven te schenken door ze hun plaats te geven in de vaderlandsche traditie. En daarmede is aan eenige generaties een der beste middelen onthouden om de waarde te gevoelen van historie en overlevering. Zijn er enkelen, die deze schade voor zichzelf weer hebben kun nen inhalen, voor de groote massa bleef al wat met kunst en schoonheid, met historie en overlevering te maken heeft, vrijwel een gesloten boek. Dit is niet alleen te betreuren, omdat daardoor aan velen een genot, een ge luk van beteekenis onthouden wordt, maar dit is ook een gevaar voor onze cultuur. De groote massa, en ik onderscheid daarbij niet tusschen rijk en arm, mist daardoor juist datgene, wat haar instinctief nationaal gevoel kan veredelen tot een cultuurfactor. Een voorbeeld moge dat duidelijk maken. Het zal elk van ons wel zijn overkomen, dat hij in een buitenlandsch museum werd getroffen door een of ander werk van Nederlandsche kunst. In die andere omgeving sloeg juist dit bij ons aan. Was het niet, omdat in zulk een kunst werk elementen vermoed werden, die zóózeer Neder- landsch zijn, dat wijzelf er gemeenschap mee gevoelen?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 32