DE BRANDSCHATTING VAN DEN HAAG 34 I de maent”, i van afkoop der Haagambacht. dit verdrag luidden: aan de kapiteins van 200 Rijnsche guldens betalen, meester in Rotterdam is, Uit de op het Gemeente-archief berustende zoo hoogst belang wekkende Rekeningen van het vermaarde schuttersgilde van St. Joris blijkt, dat ook deze confrérie het hare tot de brandschatting moest bijdragen. De door Den Haag afgezonden heeren ontmoetten de kapiteins van jonker Frans op het bij Rijswijk gelegen Huis ,,de Werve”. Op dit slot werd den 7den Maart 1489 tusschen de twee partijen een verdrag gesloten brandschatting van Den Haag en De voornaamste bepalingen van Die van den Haag zullen dadelijk Brederode een bedrag van Zoolang jonker Frans heer en zullen twee of drie Haagsche heeren daar maandelijks „persijs op den eerst dach van de maent”, een zelfde bedrag komen deponeeren. x) Niemand van het Rotterdamsche krijgsvolk zal de in gezetenen van Den Haag en Haagambacht eenigen over last mogen doen. Overtreders van dit gebod zullen streng gestraft worden. Jonker Frans en zijn kapiteins zullen alle ingezetenen van Den Haag en Haagambacht van nu af aan nemen en houden in hun bescherming, met al wat hun toe behoort. Ingevolge dit accoord gingen op den eersten dag van de volgende maand de daartoe aangewezen heeren uit Den Haag naar Rotterdam om Jonker Frans het ver schuldigde bedrag te betalen. Toen zij aan hun verplichtingen voldaan hadden, we zen zij er Jonker Frans op, welk een groote last den Hagenaars door het accoord van „de Werve” op de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 44