DOOR Dr. P. J. VAN BREEMEN. HET HOFBOEK VAN 1561 EN HET KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 Toen Ik in een vorige bijdrage in dit Jaarboek (1938, biz. 83) schreef, dat de hofboeken van Den Haag een duidelijk en gaaf beeld gaven van de bewoning en be bouwing met huizen van den Haagschen dorpsgrond, verwachtte ik stellig niet, dat die uitspraak spoedig zou blijken niet in zoo volle mate te gelden, als het den schijn had, of althans tot op zekere hoogte voor verbetering vatbaar te zijn. Met betrekking tot hetzelfde jaar, waar uit een der hofboeken, dat van 1561, dagteekent, valt er namelijk op een andere bron te wijzen, die een nog gaver en vollediger overzicht van bewoning en bebou wing van Den Haag geeft dan het genoemde hofboek dat geacht werd te doen. Wat is die andere bron, die de vergelijking met het gelijktijdige hofboek van 1561 zoo glansrijk kan doorstaan, ja zelfs in bijna alle opzichten de voorkeur verdient boven het hofboek, wanneer er sprake van is de bewoning van Den Haag zoo nauw keurig mogelijk te schetsen? Het is het kohier van den tienden penning van 1561’voor Den Haag en Haag- ambacht. Door Mr. R. Bijlsma, Algemeen Rijksarchivaris, op het bestaan van deze documenten, de kohieren voor den tienden penning, opmerkzaam gemaakt in verband met

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1940 | | pagina 46