1
1') Jaarb. Die Haghe, 1939.
de streek, waarin de landerijen gelegen waren, werd
vooral in het dorp een vrij nauwkeurige plaats
bepaling der perceelen verkregen.
Er dient echter nadrukkelijk op gewezen te worden,
dat er ten aanzien van het Haagsche gebied in zijn vollen
omvang tusschen Loozerlaan en Zijdwin een groote
leemte in de hofboeken op te merken valt. Het grond
gebied, dat zij behandelen, omvat met het eigenlijke dorp
van Den Haag slechts een gedeelte van het oostambacht,
ook als men daarbinnen afziet van den domeingrond in
engeren zin, d.w.z. die niet in erfpacht is uitgegeven,
zooals het Hofgebied, het Bosch en de wildernissen. Van
het west- of Eikenduinerambacht vindt alleen het Mient-
gebied, dus smalle geeststrooken noord en zuid langs den
weg naar Loosduinen, een plaats in de hofboeken. Het
zou zeker de moeite loonen om de betrekking tusschen
het gebied, dat de hofboeken registreeren, en het vol
ledige rechtsgebied van Den Haag en Haagambacht
nader te onderzoeken. Ten aanzien van het Noordveen
en het Benoordenhout heb ik reeds een poging in die
richting gewaagd 1
Welke gegevens doen ons daartegenover de kohieren
van 1561 aan de hand? In de eerste plaats behandelen zij
het rechtsgebied van Den Haag in zijn vollen omvang
behalve de wildernissen en het Hof met den Hagehout.
Verder vermelden zij bij de landerijen niet alleen den
naam van den eigenaar, maar ook dien van den bruiker
in geval van verpachting, bij de huizen naast den eigenaar
ook den huurder, als de eigenaars ze niet zelf bewonen.
De grootte der landerijen in morgen en hond wordt
evenals in de hofboeken aangegeven, maar daarenboven
ook de huurwaarde. Vaststelling daarvan geschiedt naar
KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 39