zulke slechte huurders op na houdt! Zou hier van toe
passing zijn het gezegde: soort zoekt soort?
c. de westzij van het Noordeinde eindigt zoowel voor
het kohier als voor het hofboek bij de veenwatering of
middelwatering van het Noordveen. Aan het eind van de
westzij verschillen de opgaven van de twee bronnen
in het staatje aanmerkelijk. Tegenover de posten begin
nende met: Vierlinck een leeg erf enz. in het kohier en
loopende tot het einde stelt het hofboek er slechts twee,
nl. die van Dirk Bruegom en van Thys Engelsz in het
Gasthuis, elk voor d. In het kohier daarentegen telt
men, zonder het erf van Vierlinck, niet minder dan
7 posten met huurwaarden of -schattingen, die wisselen
tusschen 2 10 s en 17 en te zamen 70 10 s be
dragen. Er staan eenige huizen, waarvan drie met een
bleekveld (bleekersbedrijven!), nog een stal met een
bleekveld, een hooihuis en een drooghuis. Wat de mole
naars er huren, wordt toevallig niet vermeld.
Hoe zijn de twee deel en van het staatje aan elkaar te
passen? Eenvoudiger dan het op het eerste gezicht lijkt.
Thys of Mathys Engelsz is de bruiker van de omtrent
5 mg. weiland van het Sint Nicolaas Gasthuis, die later
overgingen in handen van Louise de Coligny ter stichting
van den Princessetuin, thans de tuin van het Kon. Paleis
met het terrein van de Kon. stallen. Voorts had hij nog
in huur de 3 hond lands ,,dair men op bleyct” toebehoo-
rende mr. Mateus Vierlinck en gelegen tusschen de Gast
huisweide en het Noordeinde1). De hofboeken van 1458,
1466 en 1512 beginnen hun opsomming der perceelen
aan de westzij van het Noordeinde in het noorden, dus
bij de watering van het Noordveen, met een stuk weiland
van 1 mg. 2 h. gevolgd door een stuk land van het Kapittel
1) Kohier v. d. tienden penning, 1561, Haagambacht, Arch.
Staten v. Holl. vóór 1572, no. 1270.
KOHIER VAN DEN TIENDEN PENNING VAN 1561 45